ANALYSE - Zondag ontmoet ik Su Wei, de Chinese hoofdonderhandelaar op de klimaattoppen van de Verenigde Naties, die samen met andere hoge Chinese klimaatfunctionarissen naar Europa komt. Het doel is om de samenwerking tussen grootmachten China en Europa te verbeteren (en dan vooral op klimaatgebied natuurlijk). Alleen dan kunnen we komen tot een wereldwijd klimaatbeleid. Een analyse van de Chinese en Europese klimaatpolitiek.

China op klimaattoppen

De rol van China rol op de internationale klimaattoppen kan niet onderschat worden. In Kopenhagen in 2009 wist China de Europese Unie buitenspel te zetten door in achterkamertjes een deal te sluiten met de Verenigde Staten. Het resultaat: een mislukte klimaattop. In Durban afgelopen jaar waren de rollen omgekeerd. De EU wist de G-77 (de groep van ontwikkelingslanden) uit elkaar te spelen door samen met de minst ontwikkelde landen een deal te sluiten. Het resultaat: China stemde – onder druk vanuit de eigen achterban – schoorvoetend in met een bindend klimaatakkoord voor alle landen vanaf 2020.

Grootste CO2-uitstoter

De omvang van China geldt ook voor zijn CO2-uitstoot. China stootte vorig jaar bijna tien miljard ton CO2 uit. Dat is bijna dertig procent van de wereldwijde uitstoot en meer dan de CO2-uitstoot van de VS en Europa bij elkaar. De Chinese CO2-uitstoot is zo enorm gestegen dat de uitstoot per inwoner (7,2 ton) groter is dan in landen als Spanje en Frankrijk en bijna gelijk aan het gemiddelde per EU-inwoner (7,5 ton). Overigens stoten we in Nederland nog wel meer uit per persoon dan in China.

Good guy vs. bad guy

Maar het hierboven geschetste rollenpatroon met de EU als good guy en China als bad guy is te simplistisch. Sinds 2009 vecht ik in Brussel voor het aanscherpen van de Europese klimaatafspraken. Dat blijkt een langere en moeizamere stijd te zijn dan ik verwachtte. Conservatieve collega's kleedden mijn klimaatrapport vorig jaar zover uit dat ik, uiteindelijk gesteund door een meerderheid van het Europarlement, er niet meer achter kon blijven staan. Daar komt bij dat de hoeksteen van ons klimaatbeleid in Europa, het handelssysteem in uitstootrechten van CO2 (ETS), momenteel op z'n gat ligt. De prijs voor CO2 is zo laag dat zelfs marktpartijen als Shell roepen om politieke daadkracht, want anders zijn CO2-rechten helemaal niks meer waard. De politieke wil om het ETS overeind te helpen en ons klimaatbeleid aan te scherpen is laag; en helemaal in Nederland. Het beeld dat Europa voorop loopt in haar strijd om het klimaat te redden, behoeft dus wat nuance. Zeker als je weet dat Australië ondertussen ook een emissiehandelssysteem is gestart, met een hogere CO2-prijs dan in Europa.

En China dan? Zeven provincies en steden starten pilots met een emissiehandelssysteem. De befaamde vijfjarenplannen staan bol van doelen op het gebied van klimaat en energie. En volgens Chinees gebruik halen zie die doelen ook echt. China voert haar klimaatbeleid niet vanuit liefde voor de aarde, maar vanuit harde noodzakelijkheid: olievoorraden raken op, China is te afhankelijk van olie-import en de lucht in Chinese steden is te vervuild is door het verstoken van steenkool. Maar China ziet ook de economische kans. Op dit moment produceert China ongeveer vijfenzestig procent van alle zonnepanelen. Het exporteert het leeuwendeel daarvan meteen naar Europa. China trekt meer investeringen in schone energie aan dan Duitsland of de VS.

Leren van elkaar

Zoals vaker kunnen China en Europa dus van elkaar leren. Wij kunnen leren van de Chinese praktijken waar ambitieuze doelen worden gezet (en gehaald) en met klimaatbeleid geld wordt verdiend. De Chinezen kunnen aan de andere kant leren van onze Europese diplomatie en onze internationale inzet, die meer op samenwerking is gebaseerd dan die van China. Chinese klimaatonderhandelaars kunnen nog steeds geprikkeld reageren op vragen over de mislukte klimaattop in Kopenhagen, omdat zij achteraf als boeman werden aangewezen. Daarentegen doet China veel meer om haar klimaatuitstoot te verminderen dan hier in Europa bekend is. Europa wordt gezien als morele leider van de wereld op klimaatgebied, terwijl analyses aantonen dat ontwikkelingslanden in hun plannen meer CO2 besparen dan rijke landen. Een lesje PR kunnen de Chinezen dus wel gebruiken.

Laten we ook niet vergeten dat China snel stijgt op de economische ladder, maar eigenlijk nog steeds een ontwikkelingsland is. Het gemiddelde inkomen per persoon is bijna tien keer lager dan in Nederland en er leven nog steeds meer dan honderd miljoen mensen in armoede. De woede van de Chinezen was daarom groot toen de Europese Commissie vorige week bekend maakte dat ze Chinese 'dumping' van zonnepanelen op de Europese markt gaat onderzoeken. De Chinezen reageerden woedend, maar zijn ook bang voor extra handelsbarrières. Ook de Verenigde Staten leggen heffingen op de import van Chinese zonnepanelen. Het Europese onderzoek kan de fatale slag toedienen aan hun zonnepaneelindustrie. Laten we hopen dat dit onderzoek ertoe leidt dat er een wereldwijde eerlijke markt ontstaat voor zonnepanelen: de transitie naar een duurzame economie moet immers in ieder werelddeel plaatsvinden.

Samen werken aan een ambitieus klimaatakkoord

Eind dit jaar neem ik deel aan de klimaattop in Doha, Qatar. Het zou mooi zijn als op deze klimaattop Europa (grootste markt) en China (grootste CO2-uitstoter) eindelijk samen kunnen werken aan een ambitieus klimaatakkoord, in plaats van druk in de weer zijn met het zoeken van allianties buiten elkaar om. Samen kunnen ze de échte grote blokkade voor een wereldwijd klimaatakkoord (tevens beste PR-strateeg) ontmaskeren en verleiden tot het nemen van ambitieuze maatregelen op klimaatgebied. U weet wel, dat land waar in november weer nieuwe presidentsverkiezingen zijn. Zondag zal ik in ieder geval mijn steentje bijdragen om de dialoog tussen China en de Europese Unie te verbeteren.