GroenLinks wil dat de minister een gedegen evaluatie laat maken van de de problemen die zich voordoen bij het beëindigen van ontwikkelingsrelaties.

Tijdens de begrotingsbehandeling afgelopen najaar heeft Farah Karimi aandacht gevraagd voor de problemen die zich voordoen bij het beëindigen van hulprelaties. Uit het veld komen met regelmaat signalen dat Nederland projecten te snel afbouwt. Kenis- en kapitaalvernietiging zijn dan het gevolg.

De minister ontkende deze problemen, hetgeen voor GoenLinks aanleiding is geweest om de ervaringen met exit-strategieën in kaart te brengen. Deze eerste verkenning roept vele vragen op over de manier waarop Nederland zich terugtrekt uit landen, programma's en projecten.

 De exit-strategieën worden op rigide wijze uitgevoerd. In 2 tot 3 jaar moet de zaak afgebouwd zijn. Als in bepaalde gevallen iets meer tijd gegund zou worden, zou er wel op verantwoorde wijze afgebouwd of overgedragen kunnen worden.

 Nederland lijkt op ontvangende landen over te komen als een onbetrouwbare donor, aangezien in het verleden gedane toezeggingen niet na worden gekomen.

 Als Nederland eigen projecten beëindigt, laten ook andere financiers het afweten.

 Ook uit programma's en projecten die positief zijn beoordeeld, trekt Nederland zich terug. Door te weinig aandacht voor het goed afbouwen en overdragen, gaan kapitaal en kennis verloren.

 Kwetsbare thema’s als milieu, die moeilijk zijn te agenderen, komen in gevaar.

GroenLinks vindt al deze signalen aanleiding om de minister te vragen om bijvoorbeeld de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) een gedegen evaluatie te laten maken van de de tot nu toe uitgevoerde en nog in uitvoering zijnde exit-strategieën.

Farah Karimi

Klik hier voor het Dossier exit-strategieën.