Een effectief ruimtelijk ordeningsbeleid vraagt om een nieuwe aanpak. In de vandaag verschenen nota ‘Op groene gronden’ doet GroenLinks voorstellen om de weg van de minste weerstand – open ruimte bebouwen – minder aantrekkelijk te maken. Verder moeten gemeenten instrumenten krijgen om goede collectieve voorzieningen te kunnen financieren en private verrijking aan te pakken.

Er moet een heffing komen op bouwen in het buitengebied en een premie op investeringen in het stedelijk gebied. Deze Groene heffing varieert: hoe hoger de druk op de open ruimte, des te hoger de heffing.

Gemeenten krijgen de mogelijkheid om door een exploitatieheffing, exploitatievergunning of door middel van aanbesteding van bouwrechten, projektontwikkelaars mee te laten betalen aan goede collectieve voorzieningen op nieuwbouwlocaties. Nu draait nog te vaak de overheid op voor deze kosten, terwijl grondeigenaren en ontwikkelaars er met forse winsten vandoor gaan.

De regelgeving is op een aantal onderdelen dringend aan herziening toe. Zo moet artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke ordening – de zelfstandige planprocedure - verdwijnen. Zo wordt de belangrijkste ‘vluchtroute’ afgesneden om aan vastgestelde ruimtelijke beleid te ontsnappen. Verder moet het bestemmingsplan een bredere werking krijgen. Naast ruimtelijke eisen moeten hierin ook andere belangrijke kwaliteitsvoorwaarden opgenomen kunnen worden.

De volledige tekst van de nota vindt u hier