Een definitief oordeel over het kabinetsbesluit tot deelname aan de VN-missie in Eritrea en Ethiopië (UNMEE) is nog niet mogelijk. Het kabinet zal pas maandag a.s. de relevante stukken naar de Kamer sturen. Verder wil GroenLinks dat voorafgaand aan een Kamerbesluit over UNMEE, er hoorzittingen worden belegd met deskundigen.

Een definitief besluit vereist - indachtig het toetsingskader - een grondige bestudering van alle relevante informatie, documenten en besluiten. De ervaringen met vorige uitzendingen én de bevindingen van de commissie Bakker maken het meer dan noodzakelijk toe te zien op een zorgvuldige procedure én beoordeling.

De procedure die het kabinet tot nu toe heeft gevolgd verdient absoluut geen schoonheidsprijs. Tegen de achtergrond van het rapport van de commissie Bakker is het achterkamertjesoverleg en de druk op de coalitie om op voorhand in te stemmen onbegrijpelijk.

De GroenLinks fractie hecht er aan om te benadrukken dat zij haar oordeelsvorming start vanuit een positieve grondhouding. Daarbij weegt zwaar dat het hier gaat om een ‘klassieke’ VN-vredesmissie - ‘peacekeeping’ - waarin het bewaken van de naleving van een afgesloten akkoord over de ‘cessation of hostilities’ centraal staat. Ook zwaarwegend is het feit dat het een missie betreft in Afrika, een continent waar het vertrouwen in de VN geschonden is door het falen van eerdere vredesmissies. Het is cruciaal voor de toekomstige rol van de VN in Afrika dat UNMEE een succes wordt. Daarom moeten alle risico’s goed in kaart gebracht worden en dient duidelijk te zijn of men op alle eventualiteiten voorbereid is. Dit is ook noodzakelijk teneinde de risico’s voor de Nederlandse militairen te minimaliseren. Ook hier geldt dat het verloop van de missie van grote betekenis zal zijn voor de rol van Nederlandse militairen bij nieuwe uitzendingen in de toekomst.

Farah Karimi

Ab Harrewijn