Op het GroenLinks Forum in Ede hield Paul Rosenmöller een toespraak over actuele politieke zaken.

Internationaal

Palestijnse gebieden

Beste mensen,

Laat ik maar met de deur in huis vallen.

Het echte nieuws de afgelopen twee weken kwam van over de grens.

Hoop en wanhoop streden om voorrang.

Ik begin maar met het slechte nieuws. Ook vanwege de persoonlijke betrokkenheid.

Marijke Vos, Joost Lagendijk en ik waren twee weken geleden in Israël en de Palestijnse gebieden. Precies toen Likud-leider Sharon de Tempelberg bezocht. Een regelrechte provocatie, terwijl in Amerika een uitweg werd gezocht voor het vredesproces.

Jeruzalem was al hot stuff, met steun van premier Barak stak de havik Sharon de lont aan.

Het geweld dat erop volgde, is een strijd tussen ongelijken. Kinderen tegenover soldaten stenen tegenover kogels. Het Israëlische geweld is buiten proportie en verdient een harde veroordeling. Gelukkig hebben de EU en de VN die veroordeling ook uitgesproken.

Bijna 100 dodelijke slachtoffers, voornamelijk Palestijnen.

Duizenden gewonden, waarvan wij er tientallen in het ziekenhuis hebben bezocht.

Je wilt niet weten wat je daar aantreft.

Artsen lieten ons de verwoestende werking zien van de zogenaamde rubber kogels. Kogels met een metalen kern en een rubberen huls. Van korte afstand zijn Palestijnen in hun oog en door hun slaap geschoten. Eeuwig blind aan dat oog.

We spraken ook iemand van een ambulance dienst die hulp verleende op de drempel van de tempel. Hij werd gesommeerd te vertrekken, maar weigerde omdat hij bezig was te helpen. Hij werd op een afstand van 10 centimeter door zijn enkel geschoten.

In het gesprek wat wij hadden met Yasser Arafat ging het vooral over de noodzaak van een onafhankelijk onderzoek. Wij hebben dat hier wel met succes bepleit, maar het is onacceptabel dat Barak dit afwijst.

Natuurlijk zijn er onder de Palestijnen ook harde jongens. Het lynchen van Israëlische soldaten is afschuwelijk en verwerpelijk.

Wat ons tijdens de reis zo opviel is de diepe frustratie over het uitblijven van de Palestijnse staat. Echt onverteerbaar daarbij is de “intelligente” nederzettingenpolitiek van de Israëli’s

Nog steeds worden er tegen alle internationale afspraken in steden gebouwd in Palestijns gebied. Met vette subsidies worden mensen verleidt er te gaan wonen.

Het Palestijnse gebied is een gatenkaas, afgesneden van de economische en culturele centra. Wij vinden echt dat Israël moet stoppen met de bouw van de nederzettingen. De vurige wens van de Palestijnen te komen tot een levensvatbare Palestijnse staat verdient zeker nu de volle ondersteuning. Alleen zo kunnen Israëli en Palestijnen bouwen aan een toekomst waar vrede het definitief wint van oorlog.

Servië

Het goede nieuws komt uit Zuidoost Europa.

De geweldloze revolutie in Servië is van historische betekenis.

Fascinerend hoe de dictatuur en de corruptie van Milosevic letterlijk onder de voet werd gelopen door het volk. Toch zijn daar nog die laatste stuiptrekkingen.

Het regime Milosevic moet definitief op de mestvaalt van de geschiedenis.

Daarvoor zullen Kostunica en zijn regering vooral zelf de bezem moeten hanteren.

Ze verdienen daarbij ook onvoorwaardelijke steun.

Lippendienst volstaat niet. De opbouw van een in velerlei opzicht verwoest land vraagt om een gulle Europese Unie.

“Put your money where your mouth is” is onze oproep. De opbouw van democratische structuren, het versterken van de civiele samenleving en het bevorderen van echt vrije pers; het zijn de kansen en uitdagingen voor de korte termijn.

Aandacht voor Montenegro en Kosovo mag daarbij niet verslappen.

Met de val van Milosevic is de belangrijkste blokkade verdwenen om de hele Balkan op termijn toe te laten treden tot dat ene en ongedeelde Europese huis. Ik hoop dat de regeringsleiders bijeen in Biarritz dat perspectief aan Kostunica willen bieden.

Het motief van de zes Europese pioniers was vijftig jaar geleden: nooit meer oorlog in Europa. De Servische bevolking heeft dat ideaal weer een stap dichterbij gebracht.

Hun strijd voor democratie verdient maximale solidariteit.

Verkiezingen België

En dan was er het nieuws van vlak over de grens. De raadsverkiezingen in België.

Onze groene vrienden waren ook als regeringspartij redelijk op dreef.

Agalev scoorde goed, Ecolo zelfs fantastisch.

Maar in de media won bruin het van groen.

De opmars van het Vlaams Blok bereikte een nieuw dieptepunt.

Goed ogend, twijfelachtige teksten, een vuile politiek.

Zo manifesteert zich de bruine wolf in een moderne schapenvacht.

Niet te onderschatten. Niet zomaar laten oprukken naar de macht.

Daarom hebben wij ook gepleit voor sancties tegen de Oostenrijkse regering met Haiders partij.

Daarom pleiten wij hier ook voor meer rechten voor migranten, voor de groep die door de racisten monddood wordt gemaakt en bedreigt met uitzetting. Natuurlijk zullen de Belgische democraten hun eigen antwoorden moeten vinden, maar één ding weten wij zeker:

Agalev verdient steun bij het stemrecht voor migranten.

UNMEE

En er was ook buitenland in de Kamer. Wel of geen deelname aan UNMEE om de vrede te bewaren tussen Eritrea en Ethiopië.

GroenLinks staat in beginsel positief tegenover vredesmissies. Afrika wordt al te vaak vergeten. Maar we willen ons goed verdiepen in de effectiviteit en de risico’s. Vandaar onze wens tot openbare hoorzittingen.

Kok sondeerde coalitiefracties. Wij zeggen: niks geen achterkamertjespolitiek en zeker niet bij vredesmissies.

Het is Farah gelukt. Maandag de hoorzitting, dinsdag en woensdag de debatten en de besluiten. Wij laten ons leiden door het toetsingskader én de resolutie van het vorige congres. We zullen spreken in alle openbaarheid en vanuit de instelling om ook in Afrika bij te dragen aan vrede tussen landen en een nieuw perspectief voor de bevolking.

Nationaal

De politieke cultuur van Kok

Pijnlijk is het. Dat buitenlandse ontwikkelingen in ons land tot een Haagse ruzie leiden. Niet zo maar een ruzie. Het Nederlands buitenlandsbeleid wordt onberekenbaar.

De Financial Times sprak over de grootste diplomatieke blunder in de afgelopen 10 jaar.

Te vaak strijden premier en vakminister over de koers van het buitenlandsbeleid.

Te vaak volgt een mispeer. Ditmaal met een flinke staart.

Van Aartsen I

Een onberekenbare minister van Buitenlandse Zaken wordt terechtgewezen door zijn minister-president.

Gevolg een verbolgen Van Aartsen en veel gedoe. Over aftreden en oncollegialiteit. Details bleven onder de pet. Kok wilde woensdag het boek sluiten.

Wij wilden dat niet en vroegen om een debat. De grote vraag: wast Kok zijn handen in onschuld? Dat hebben we in het verleden meer gezien.

Vakministers in problemen kunnen niet altijd rekenen op hun premier. Kok zorgt voor zijn eigen nooduitgang. En buigt soepel met de publieke opinie mee. Zijn rugdekking biedt een vakminister dus weinig zekerheid.

Apotheker

Denk aan het vertrek van Apotheker. (Kent u hem nog?)

Tijdens de wateroverlast had hij al eens ervaren dat Kok je het gras voor de voeten weg kan maaien. Tot verrassing van Apotheker kondigde de premier compensatie voor getroffenen aan.

Enige maanden later was het Apotheker met de verrassing.

Hij trad af over het mestdossier. Kok begreep dat niet. Apotheker was te vroeg geweest. De uitspraak van de rechter over het mestdossier moest nog komen. Kok: “Ik had liever gezien dat hij zijn besluit om af te treden had genomen op de plaats waar dat hoort, namelijk in het kabinet.” Als minister werd hem het succes niet gegund bij zijn aftreden krijgt hij een tik na.

Peper

Ook in wat later de Peper-affaire werd was de premier behendig.

Na de eerste berichten in het AD zei Kok over zijn minister: “Ik sta vierkant achter hem”. In de laatste dagen van Peper wilde Kok het conceptrapport van de accountants zelf niet lezen.

Kok: “…dat is informatie die mij als minister-president niet toekomt, dus ik ga dat ook niet zitten bestuderen.”

Handig wist Kok zich zo los te maken van een mogelijke persoonlijke betrokkenheid bij de val van Peper. Hij melde de Kamer het bewuste rapport te hebben doorgegeven. Pas later bleek aan wie.

Het betrof zijn rechterhand en secretaris-generaal Geelhoed. Die las het wel en meldde dat het rapport heel ongunstig voor Peper was. Staatsrechtelijk opmerkelijk. Een ambtenaar, de hoogste van Kok’s departement, had het rapport gelezen en een oordeel geveld. Daarmee heeft ook de MP dat gedaan. Maar dit was mosterd na de maaltijd. Op het moment suprème had Kok zich al slim losgemaakt van Peper.

Netelenbos

In september vorig jaar kapittelde Kok minister Netelenbos. Zij had voortijdig haar twijfels geuit over de aanleg van de noordtak van de Betuwelijn. Netelenbos was beducht voor extra kosten.

Kok: “Ik wist niet dat ze het ging zeggen. Toen ze dat gezegd had heb ik het gauw gehoord, maar dat was toch te laat.”

De premier vond het vanzelfsprekend dat er waarde werd gehecht aan de opvatting van een vakminister, maar “die krijgt geen bovennatuurlijk gewicht”.

Het is wel duidelijk, Kok houdt niet van verrassingen. Hij wenst volledige afstemming.

Voor uitglijders van collega’s wenst hij geen verantwoordelijkheid te nemen.

Jorritsma en Borst

Op hemzelf is de afstemmingsregel echter niet van toepassing.

Kok sprak nog voor de officiële presentatie van het WRR-rapport over ziektewet en WAO zijn veto uit. Het afschaffen van de algemeen verbindendverklaring van de bovenwettelijke aanvullingen bij de ziektewet ging hem – terecht – veel te ver.

Daarna lekte uit dat de vice-premiers Borst en Jorritsma hier flink ontstemd over waren.

Ik vroeg Kok ernaar bij de Algemene Beschouwingen. En wat bleek: er was nog geen kabinetsstandpunt, daar wordt in het najaar pas over gesproken. Kok sprak voor zijn beurt. Hoezo afstemming? Je kunt er niet om heen; de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.

Van Aartsen II

Als het aan Kok zelf had gelegen had hij in de rel met Van Aartsen ook weer buiten schot willen blijven. Dinsdag klonk het nors: het boek is gesloten.

In zijn brief van woensdag aan de kamer geen enkele zelfkritische noot.

Het CDA liet het erbij. Wij niet.

Donderdag het debat. En in het licht van het verleden was dat debat opmerkelijk.

Onder zware druk en na het nodige duw- en trekwerk gaf Kok voor het eerst eigen tekortkomingen toe. Alsof hij die nacht naar Al Gore had gekeken.

Hij erkende dat hij zijn kritiek op Van Aartsen eerder naar de minister had moeten communiceren. Hij erkende dat de ministerraad verrast kon zijn over het oordeel dat Kok publiekelijk uitsprak. En hij erkende dat zijn mededeling, als zou Van Aartsen de hele gang van zaken nu ook jammer vinden, berustte op een veronderstelling in plaats van een feit.

Ik hoop dat dit geen incident is geweest, maar een opmaat naar een nieuwe stijl van verantwoording afleggen.

Een nieuwe politieke cultuur, waarin men zelf – bij voorkeur op eigen initiatief – verantwoordelijkheid neemt voor fouten. Ik heb het dan niet over een sorry cultuur.

Maar een politieke cultuur die bijdraagt aan de geloofwaardigheid van de politiek.

Die transparantie in besluitvorming vooropstelt en breekt met zwijgplicht en fractiediscipline. Een politieke cultuur die bijdraagt aan de toekomst van politieke partijen.

Voor die cultuur, het thema van ons Forum, zullen wij blijven knokken

We hebben Kok gedwongen een eerste stap te zetten, maar het wordt tijd dat hij zelf leert lopen.

Publieke vernieuwing

Congres,

De verkiezingen komen in het zicht.

Verleden week klonk het startschot voor onze programcommissie.

Ik ben ervan overtuigd dat Jan Willem Duyvendak en de zijnen een wervend programma zullen presenteren.

Ook in Den Haag is de fractie bezig de positie van GroenLinks te markeren.

Bij de algemene en financiële beschouwingen openden wij de aanval op paars.

Na twee kabinetten is het glashelder:

Paars is voor alles de kleur van het publieke tekort.

Het SociaalCultureelPlanbureau zei het laatst recht voor z’n raap.

Nederland is economisch top maar middelmaat wat collectieve kwaliteit betreft.

Iedereen kent de problemen in onderwijs en zorg.

Maar ook in tal van andere publieke sectoren knelt het: rechtspraak, asielopvang, openbaar vervoer, kunstenwereld ga maar door.

Overal te hoge werkdruk, personeelstekorten en wachtlijsten; veel wachtlijsten.

Paars oogst nu de publieke problemen die ze zelf met haar bezuinigingen gezaaid heeft.

Dat kan niet nog een derde keer zo.

Een omslag groen en links is nodig.

Daarom kiest GroenLinks voor een herkenbare strategie van Publieke Vernieuwing.

Publieke Vernieuwing investeert in de kwaliteit van de samenleving.

Lokaal, nationaal en internationaal.

Publieke Vernieuwing versterkt en herstelt het maatschappelijk draagvlak.

En Publieke Vernieuwing zoekt nieuwe wegen in de rolverdeling tussen overheid, markt en middenveld.

Publieke Vernieuwing steunt op 3 pijlers:

Dat is één, de keuze voor een nieuw rechtvaardig begrotingskader. Kees is de aanval begonnen. Hij krijgt succes. Het Zalmse kader kreunt. Zalm voelt zich niet meer als een vis in het water.

Meer lucht in de begroting biedt nu ruimte voor extra collectieve uitgaven en voor geleidelijke aflossing van de staatsschuld.

We willen de inkomens nivelleren, de staatsschuld reduceren en vooral in de collectieve sector investeren. Dat betekent het afscheid van de algemene miljardenverslindende lastenverlichting. Een keuze voor kwaliteit en solidariteit; voor de huidige en toekomstige generatie.

De tweede pijler is de keuze voor een lange termijn plan voor publieke investeringen.

Met een zwaar accent op betere uitvoering en afbreken van bureaucratische schotten.

Het is te gek dat door rigide regeltjes onderwijslokalen verouderd zijn, kinderopvang-voorzieningen achterblijven en ziekenhuizen die extra zorg willen verlenen gestraft in plaats van beloond worden.

En ten derde is het helderheid, transparantie in wat de markt kan, de overheid moet en de burger wil.

Meer zeggenschap voor betrokken burgers en hun organisaties over de vormgeving van publieke voorzieningen. Dat is broodnodig.

De enorme particuliere rijkdom lokt anders Amerikaanse wantoestanden uit.

De private verleiding moet gestopt.

Nieuwe collectieve arrangementen zullen moeten inspelen op behoeften die leven.

Een voorbeeld. Onlangs deden wij een voorstel voor onderwijsvouchers. Heel eenvoudig.

Alle ouders krijgen een cheque van 500 gulden. Ze geven hem aan de school van hun kind. De school verzilvert de cheque. Voor een gemiddelde school 100.000 gulden.

School en ouders besluiten samen waar dat aan wordt besteed.

Extra leerkracht, nieuw lokaal, meer computers of schonere wc’s.

Betrokkenheid en maatwerking gaan hand in hand.

Met die Publieke Vernieuwing waren er ook de eerste succesjes. Bij de Algemene Beschouwingen.

Het gebruik van deelauto’s wordt fiscaal aantrekkelijk.

Meer keuze voor een combinatie met fiets en openbaar vervoer.

Extra geld voor de cultuur.

Voor betere arbeidsvoorwaarden in de culturele sector. Vooral bij de podiumkunsten.

Ook in het onderwijs moest er iets gebeuren.

Kinderen op de basisscholen worden te vaak naar huis gestuurd.

Lessen in het voortgezet onderwijs worden te vaak niet gegeven.

De werkdruk onder leerkrachten is extreem. Dat vraagt om creativiteit.

Om de werkdruk te verlagen willen wij meer conciërges en klassenassistenten. Om ervoor te zorgen dat kinderen hun lessen krijgen moet er veel gebeuren.

Uit onderzoek blijkt er een brede acceptatie om tijdelijk en vrijwillig de ADV om te zetten in gewerkte uren. Zeker in het basisonderwijs.

De Kamer heeft ons op beide punten gesteund. Nu Hermans nog. Die talmt.

De keuze lijkt simpel. Of hij komt in actie of de scholen komen in actie.

Van Vinex naar Vijnex

Publieke vernieuwing dient ook leidraad te zijn bij de ruimtelijke indeling van ons land.

Wij voorzien dat Pronk’s vijfde nota daaraan niet zal voldoen.

Waar gaan we de komende decennia wonen, werken en recreëren?

Waar komt infrastructuur? Waar krijgt de natuur voorrang? Dat zijn de vragen.

Het bedrijfsleven stapelt claim op claim.

Men wil meer wegen en nog meer bedrijfsterreinen. Maar ook nieuwbouwlocaties buiten de steden en grotere kavels. Ondernemend Nederland is een onverzadigbare veelvraat.

In dit kleine land willen we veel. Zeker als de economie op volle toeren draait.

Maar laten we ook koesteren wat er nog is aan open ruimte, aan natuur.

Dat vereist investeren in groene gebieden.

Meer geld alleen is niet genoeg. Een helder ruimtelijk beleid is noodzakelijk.

Wij roepen Pronk op. Zet een grotere stap.

Maak na de nu geldende Vinex onmiddellijk een Vijnex. Schrijf een vijfde nota extra.

Zorg dat de nieuwe nota deze titel verdient. Maak een echte sprong naar een duurzame toekomst.

Beloon het zuinig ruimtegebruik.

Geef locale overheden adequate instrumenten. Zodat zij projectontwikkelaars kunnen dwingen om mee te betalen en mee te werken aan goede collectieve voorzieningen.

Schep waarborgen voor goed openbaar vervoer voor álle nieuwbouwlocaties. Dus niet alleen voorstellen maar ook garanties dat er vanaf het eerste uur openbaar vervoer rijdt.

Kom met voorschriften en doelstellingen voor duurzaam bouwen.

Zorg voor een doorbraak van duurzame energie. Steun zon- en windenergie op woningbouwlocaties en bedrijventerreinen.

Kortom, de Vijnex moet een nota worden met concrete plannen en voorstellen waarin groen, ontspannen en creatief kernwoorden zijn.

Maandag zal Collega Ineke van Gent in haar nota ‘Op groene gronden’ een voorzet geven voor een nieuwe grondpolitiek. Daar kunnen alle provinciale en lokale GroenLinks vertegenwoordigers dan op voortborduren.

Langzaam gaan denken aan verkiezingen in 2002 is één ding. Voorbereiden op verkiezingen in de komende twee maanden is het echte werk.

Van Utrecht tot Sittard en Geleen; en van Bergen en Egmond aan zee tot Twente staan heringedeelde gemeenten een electorale krachtproef te wachten.

Wij wensen alle GroenLinks kandidaten, leden en vrijwilligers veel sterkte in hun campagnes. Waar mogelijk en gewenst zullen wij onze steun geven. Ik hoop jullie op ons 10 jarige verjaardagsfeest in november met een glimlach terug te zien. Veel succes!