In Nederland werken zo’n 650.000 arbeidsmigranten. Een rapport van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks heeft de problemen in kaart gebracht rond de positie van arbeidsmigranten en doet aanbevelingen voor verbetering. 

Arbeidsmigranten werken veelal in beroepen die sinds de coronacrisis als ‘cruciaal’ worden aangeduid. Het zijn arbeidsmigranten die ervoor zorgen dat de schappen in onze supermarkten zijn gevuld. En het zijn arbeidsmigranten die onze pakketjes – volgens PostNL dit coronajaar zo’n 337 miljoen! – inpakken en vaak ook bezorgen. 

Structurele misstanden

De cruciale positie die zij vervullen wordt echter niet beloond. Berichten over onfatsoenlijke woon- en werkomstandigheden zijn legio. Eerder deze maand concludeerde de Inspectie SZW (voormalige arbeidsinspectie) dat zeven op de tien distributiecentra regels overtreden. Het is voor werknemers onmogelijk zich aan de coronaregels te houden, hun werk is onveilig en sommigen worden onderbetaald.

Hoe dat kan in ons degelijke Nederland? Omdat arbeidsmigranten veel teveel afhankelijk zijn van hun werkgever. Wanneer je werkgever ook je huisbaas is, denk je wel drie keer na voor je klaagt over onbetaald overwerk of een huur van 100 euro per week voor een matras in een gedeelde kamer.

Certificering zou fatsoenlijke huisvesting moeten garanderen, maar ook woningen met vocht en schimmel ontvangen op dit moment een certificaat. En voor deze woningen is het vervolgens voor werkgevers ook nog eens mogelijk de huur af te trekken van het minimumloon. Hiermee is van ‘gelijk loon voor gelijk werk’ geen sprake.

Verder zijn er zorgen over de gezondheid, het welzijn en onderwijs van de kinderen van arbeidsmigranten in Nederland. Of beter: het gebrek aan zicht daarop. De overheid zou zich meer moeten inspannen om hen in beeld te krijgen, zodat ze de ondersteuning krijgen waar kinderen recht op hebben. 

Niks nieuws onder de zon

Het verdrietige is dat we dit al heel lang weten. Zo maakte FNV al in 2014 melding van arbeidsuitbuiting bij een wegproject dat nota bene in opdracht van Rijkswaterstaat werd uitgevoerd. Toch was er een pandemie voor nodig om een ‘Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten’ in het leven te roepen.

De pijnlijke realiteit is dat pas toen de volksgezondheid in het geding kwam er werkelijk aandacht ontstond voor de benarde positie van arbeidsmigranten. Maar goed: beter laat dan nooit. Eind oktober bracht het Aanjaagteam onder leiding van Emile Roemer het rapport ‘Geen tweederangs burgers’ uit, vol adviezen hoe de positie van arbeidsmigranten te verbeteren.

Unieke kans

De kabinetsreactie die volgde was teleurstellend. Het kabinet is het ‘eens dat verbetering echt nodig is’, maar de minister komt niet verder dan de toezegging om in gesprek te gaan, mogelijkheden te onderzoeken, en verdere stappen voor te bereiden. Het rapport leek onderin een diepe la te verdwijnen.

Maar met de val van het kabinet is er een nieuw politiek speelveld. Coalitiepartijen zijn niet meer gebonden aan kabinetsafspraken en D66, CDA en de ChristenUnie hebben besloten het rapport alsnog te omarmen. De motie die ze samen met GroenLinks, SP en PvdA indienden, om alle aanbevelingen van het rapport Roemer uit te voeren, werd aangenomen.

Dat betekent mogelijk eindelijk een doorbraak voor de positie van arbeidsmigranten in Nederland: er komt Bijvoorbeeld meer controle op uitzendbureaus, een verbod op de dubbelrol van werkgever en huisbaas en meer slagkracht voor de Inspectie SZW.

Drie andere voorstellen van GroenLinks werden ook aangenomen: 

  • Zo wordt er een vervolgonderzoek ingesteld naar de positie van kinderen van arbeidsmigranten en komen er aanbevelingen om die te versterken.
  • Bij de verplichte certificering die er gaat komen voor uitzendbureaus worden  ook integriteitseisen meegenomen, en komt er naast toezicht door de sector zelf, ook publiek toezicht.
  • Ten slotte krijgen gemeenten de mogelijkheid om verhuurdersvergunningen in te voeren, zodat ze beter kunnen controleren op de prijs en kwaliteit van huisvesting. Dit is belangrijk voor veel arbeidsmigranten omdat ze extra kwetsbaar zijn, maar ook veel andere huurders profiteren hiervan. Het wordt hiermee immers veel moeilijker voor malafide verhuurders en bemiddelaars om mensen te veel te laten betalen voor een woning.