De druk op de waterschappen is de afgelopen decennia flink toegenomen. De waterschappen moeten wegens klimaatverandering rekening houden met een grilliger patroon in de watertoevoer. Met name periodes van extreme droogte brengen veel problemen met zich mee die van invloed zijn op onze natuur, de scheepvaart, de landbouw en onze waterkwaliteit. De waterschappen moeten veel meer belangen tegen afwegen. Regelmatig staan die belangen lijnrecht tegenover elkaar.

De vaste zetels zijn gebaseerd op het principe ‘belang-betaling-zeggenschap’. Wie betaalt bepaalt. Maar waar vroeger het bedrijfsleven en de agrarische sector een groot deel van de kosten van de waterschappen op zich namen, worden de kosten nu steeds meer door burgers opgebracht. In 1995 betaalden huishoudens nog 26%, in 2019 is dat opgelopen tot 41%. Deze week werd bekend dat de waterschapslasten voor burgers in Zeeland met 5% stijgen en voor natuurorganisaties 16%. Dit in tegenstelling tot de boeren voor wie de lasten met 7% dalen.

GroenLinks diende eerder de conceptwet ter consultatie in. 1500 burgers en organisaties hebben gereageerd, zowel voor- als tegenstander. Hieruit blijkt dat veel mensen het onderwerp leeft. Uit de consultatie blijkt dat met name boeren zich verzetten tegen de wet, terwijl natuurorganisaties maar ook Vereniging Eigen Huis voorstander zijn.

“ De rol van de waterschappen is uitgebreider geworden. Het gaat niet alleen meer over waterveiligheid maar ook klimaat en biodiversiteit. Die belangen dreigen ondergesneeuwd te raken als boeren een onevenredig grote stem hebben in de waterschappen. De kiezer moet die afweging maken en niet de boeren of de bedrijven. ”
Laura Bromet Tweede Kamerlid