De Amerikaanse president Donald Trump wil techbedrijven kunnen aanklagen voor het publiceren of weghalen van bepaalde inhoud op hun platforms. Dit voorstel komt nadat Twitter berichten van Trump bestempelde als desinformatie. Arjen Lubach kaartte op voortreffelijke manier een ander probleem aan: online platforms promoten actief schokkende content, desinformatie en samenzweringen. Zijn uitweg uit dit probleem blijft echter beperkt tot een vriendelijke oproep aan techbedrijven als Facebook en Google om hun eigen ‘fabeltjesfuik’ te fixen.

Winstgevende algoritmes

Het voorstel van Trump en de oproep van Lubach volgen uit een steeds groter probleem: een klein clubje internetbedrijven bezit de macht om te bepalen wat wij wel of niet te zien krijgen online. Algoritmes laten ons zien wat het meest winstgevend is voor internetbedrijven. Dat winst leidend is voor wat wij te zien krijgen is problematisch, want platforms spelen een enorme rol in hoe wij informatie tot ons nemen en hoe het publieke debat wordt gevormd. 

een klein clubje internetbedrijven bepaalt wat wij zien

Als je je daarbij realiseert dat deze bedrijven ook nog eens gedetailleerde persoonlijke profielen van ons hebben, is deze situatie een gevaar geworden voor onze vrijheid van meningsuiting en informatie, privacy en democratie. Beide voorstellen voor verandering laten echter de macht over onze fundamentele rechten bij Silicon Valley. 

Aansprakelijkheid

Zowel in de Verenigde Staten als in Europa beschermt de wet techbedrijven tegen aansprakelijkheid voor wat er op hun platform staat. Als zij, zoals Trump wil, echter verantwoordelijk worden voor alles wat op hun platform verschijnt, zullen zij bij de geringste twijfel content verwijderen. Dit zou de facto platforms ook verplichten om automatische filters te installeren om ervoor te zorgen dat ongewenste berichten niet online verschijnen. Zulke automatische filters herkennen geen context, noch nuance of humor. Dit leidt tot over-verwijdering, censuur dus, en is daarom funest voor onze vrijheid van meningsuiting. 

In de EU zijn platforms wel verplicht illegale content offline te halen als ze daar een melding over hebben gekregen. Toch bereikt schadelijke content veel gebruikers. Zo circuleerde er online desinformatie dat het zou helpen om warm water te drinken tegen Covid-19. Youtube verwijderde complotvideo’s van rapper Lange Frans, maar tegelijkertijd ook al zijn muziek die losstaat van complottheorieën.

 

Democratische regels

Dit laat zien dat de EU dringend democratische regels moet opstellen die het verspreiden van schadelijke onzin niet langer beloont en anderzijds vrijheden en privacy beschermt. Hiervoor zijn zeker vier dingen nodig.

  1. Ten eerste moeten we zorgen voor meer concurrentie op de techmarkt. Met reële alternatieven kunnen internetgebruikers die niet tevreden zijn over censuur, bezwarende privacyvoorwaarden of een gebrek aan diversiteit aan informatie overstappen naar een ander platform. Verschillende social media-apps moeten met elkaar kunnen communiceren. En het recht om je data mee te kunnen nemen naar andere platforms moet worden versterkt. Internetbedrijven die een te dominante marktpositie hebben, moeten we opbreken. Zo worden we minder afhankelijk van het selecte clubje big techbedrijven. 
  2. Ten tweede moet er verplichte openheid en verantwoording komen over wat techbedrijven laten zien, waarom hun algoritmen dit aanbevelen en wat zij van het internet verwijderen. Hier moeten platforms cijfers over publiceren. Algoritmen moeten door toezichthouders ingezien kunnen worden, bijvoorbeeld om te zien of ze stelselmatig discrimineren in welke informatie zij bevoordelen. Zo kunnen we controleren of de algoritmen onze grondrechten respecteren. Ook kunnen we heldere principes formuleren waaraan de algoritmen moeten voldoen, zoals dat ze uitlegbaar moeten zijn.
  3. Ten derde moeten we een einde maken aan gepersonaliseerde advertenties en de megalomane dataverzameling die daarmee gepaard gaat, hiermee beperken we de invloed van internetbedrijven op onze maatschappij. Dit beschermt niet alleen onze privacy, maar zet ook de rem op het perverse clickbait-verdienmodel.
  4. Tenslotte moet de huidige meldprocedure op online platforms transparanter en minder willekeurig worden. Tenzij iets overduidelijk illegaal is, moet de meldprocedure een systeem worden van hoor-en-wederhoor. Platforms moeten duidelijk beargumenteren waarom zij iets offline halen. Als gebruikers het daarmee oneens zijn moeten ze naar een onafhankelijke  geschillencommissie kunnen. Zo dwingen we platforms transparant te zijn en geven we meer macht aan de gebruikers. 

In Europa wordt nu gewerkt aan nieuwe regels voor de digitale markt. Begin december komt de Europese Commissie met een wetsvoorstel om online platforms te reguleren. Als Europa hebben we nu de keuze: gaan we de VS en China achterna met grootschalige dataverzameling, privacyschending en censuur? Of kiezen we onze eigen weg van een vrij internet dat de democratie versterkt?

Nu is de kans voor Europa om online voor democratische principes te vechten, ook als dat ingaat tegen de wensen van de allergrootste techbedrijven ter wereld.